Een lekker vuurtje aanmaken in een inbouwhaard of houtkachel: gebruiksaanwijzing

Er is geen rook zonder vuur … maar we kunnen wel vuur maken met zo goed als geen rook! Met de juiste brandstof, de juiste methode en een goede inbouwhaard of houtkachel zal een vuur aanmaken al gauw geen geheimen meer hebben voor u.

Met zorg gekozen hout

Niet alle houtsoorten zijn geschikt voor uw kachel of inbouwhaard. Voor een doeltreffend en gezond vuur moeten 6 keuzecriteria nageleefd worden.

• Het hout moet hard en niet harshoudend zijn: eik (1), beuk, es (2), kerselaar (3), haagbeuk (4) en fruitbomen produceren mooie vlammen, weinig rook en veel sintels die lang blijven gloeien.
• Het hout mag niet behandeld zijn: behandeld, gelakt of geverfd hout mag u niet gebruiken, want het produceert toxische walmen en het maakt houtkachels vuil.
• Hout moet droog zijn: bij een vochtgehalte van meer dan 20% moet u opletten voor rook, viezigheid en energieverspilling. Begint het hout te fluiten, dan is het vochtig! Het moet op een droge en geventileerde plaats bewaard worden en één tot twee jaar drogen voor het verbrand wordt. Een vochtigheidsmeter is een goedkoop apparaatje waarmee u het hout kunt testen op het moment van de aankoop of nadat u het hebt opgeslagen.
• Wanneer het hout doorkliefd is, dan droogt het sneller en dan verbetert de verbranding ervan het rendement van de inbouwhaard of de houtkachel.
• De stronken mogen geen diameter van meer dan 10 cm hebben voor een doeltreffende verbranding (en dus minder rook).
• Het hout moet een gematigde temperatuur hebben: is het te koud, dan zal het minder goed branden. Het is dus belangrijk dat u het even laat rusten bij een binnentemperatuur, in de buurt van de haard, voor u het in brand steekt.

Een onfeilbare aanmaakmethode

Maakt u het vuur in uw inbouwhaard of houtkachel doorgaans aan met papier en kleine stukjes hout onder de grotere blokken? Doe het dan eens omgekeerd! Door het vuur aan te maken als een kaars, namelijk van bovenaf, blijft de uitstoot van rook en fijne deeltjes minimaal en is de verbranding van het hout vollediger. Bovendien biedt deze methode een garantie op een geslaagd vuur, keer op keer! Eens het vuur aan is, zal het zelfs vanzelf opstarten, zonder dat u erbij moet blijven.

Deze omgekeerde aanmaaktechniek is heel eenvoudig:

1. Maak een bedje van as, dat zal dienen als isolatie tussen het hout dat zo warm mogelijk moet zijn en koudere bodem van de haard, maar laat ook voldoende lucht door voor de verbranding.
2. Stapel middelgrote houtblokken op elkaar, kruiselings of langs elkaar, en laat een beetje ruimte tussen elke stronk. De grote blokken plaatst u onderaan, de kleinere bovenaan.
3. Zet de luchtinlaten volledig open.
4. Leg een ecologisch vuurmaker (vb. in was gedoopte houtwol) op (en niet onder!) de stapel hout.
5. Een eenvoudige lucifer volstaat voor een heerlijk vuur dat het hout beetje bij beetje verbrandt, van boven naar beneden toe. De restgassen bevinden zich in de vurige vlam en ze worden bijna volledig verbrand.

Het is aanbevolen om het raampje van uw inbouwhaard of houtkachel op een kier te zetten tot het vuur goed vertrokken is en het dan te sluiten. Verschijnt er condens, een witte sluier of rook, dan moet u het raampje weer openzetten en nog even wachten. Tijdens deze fase kan het noodzakelijk zijn om een toegang tot de buitenlucht te openen om te compenseren (sommige Stûv-apparaten zorgen automatisch voor deze compensatie).

Eens de eerste houtblokken verbrand zijn en er zich een bedje van as gevormd heeft, kunnen de grotere stronken op de bodem van de haard en tegen de wand geplaatst worden. De luchtinlaten past u aan naar gelang de gewenste hevigheid van het vuur. Het is belangrijk de inbouwhaard of houtkachel eerst aan te maken met een hevig vuur (voldoende hout plaatsen) om de rookafvoerleiding snel op te warmen. Eens deze afvoerleiding warm is, blijft de rook warmer wanneer ze door deze leiding gaat. Er is dan voldoende trek en het vuur is goed vertrokken. Is de haard goed aan het branden, dan kan het vuur beetje bij beetje verminderd worden.

Een performante houtkachel

Opdat het vuur correct zou gaan branden, de kachel de rook niet zou verspreiden, de toxische uitstoot beperkt zou blijven en het warmterendement doeltreffend en duurzaam zou zijn, is het van essentieel belang dat u beschikt over een performant apparaat. Bovendien is een regelmatig onderhoud van uw inbouwhaard of houtkachel (reiniging, schoorsteenvegen …) heel belangrijk. Zo blijft uw houtvuur gezond, nuttig, ecologisch en economisch !