Niet alle houtsoorten zijn welkom in uw houtkachel of inzethaard. Voor een efficiënt, gezond vuur zijn er 6 criteria die u moet volgen:
- Het hout moet hard zijn en niet harsachtig: eik, beuk, es, wilde kers, haagbeuk en fruitbomen produceren mooie vlammen, weinig rook en veel sintels die lang nagloeien.
- Behandeld, gelakt of geverfd hout moet worden vermeden, omdat het giftige dampen produceert en houtkachels verstopt.
- Het hout moet droog zijn: als het hout meer dan 20% vocht bevat, zal het roken, verstoppen en energie verspillen. Als het hout fluit, is het vochtig! Het moet een of twee jaar op een droge, geventileerde plaats worden bewaard voordat het wordt verbrand. Een vochtmeter is een goedkoop apparaat om hout te testen bij aankoop of tijdens opslag.
- Als het gespleten is, droogt het hout sneller en de verbranding ervan verbetert het rendement van de inzethaard of kachel.
- Houtblokken mogen niet meer dan 10 cm in diameter zijn voor een efficiënte verbranding (en dus minder rook).
- Het hout moet worden getemperd: als het te koud is, zal het minder goed branden. Het is daarom belangrijk om het op kamertemperatuur te laten komen, dicht bij de haard, voordat je het aansteekt.
Lees voor meer informatie ons artikel waarin we je advies geven over de juiste manieren om een houtvuur aan te steken.
